De bladverliezende kruisbes vormt in april/mei groen-witte, onopvallende bloemetjes in hangende trossen, die zich ontwikkelen tot sappige, rode kruisbessen die in juli/augustus geoogst kunnen worden voor het maken van gelei, jam of sap; let bij het plukken wel op de doorns op de takken.
De Rode kruisbes staat graag op een warme, zonnige en beschutte plaats in een neutrale of lichtzure, vochthoudende bodem. Hoe meer zon, hoe beter de oogst.
Voor een gemakkelijker oogst kunnen de takken van deze plant via een touw of draad worden geleid. De bessen groeien op hout van tenminste 1 jaar oud. Snoei in het late najaar oude en dode takken weg zodat een struik met een open structuur met ongeveer 8 hoofdtakken overblijft. In de zomer mogen te lange takken een stuk worden teruggesnoeid.