Wortels zijn heerlijke en veelzijdige groenten die relatief gemakkelijk te kweken zijn. Of je nu een ervaren tuinier bent of net begint met je eigen moestuin, het zaaien van wortels kan een lonende ervaring zijn. Om je te helpen bij een succesvolle teelt, zijn hier 12 tips voor het zaaien van wortels!

Kies de juiste locatie

Wortels hebben minstens zes tot acht uur direct zonlicht per dag nodig. Kies een goed doorlatende grond die vrij is van stenen en kluiten. Zorg ervoor dat de grond los en vruchtbaar is, want wortels hebben ruimte nodig om te groeien.

Timing is cruciaal

Zaai wortels in het vroege voorjaar tot laat in de zomer, afhankelijk van je klimaat. Wortels gedijen het beste bij koelere temperaturen. Zorg ervoor dat je de juiste zaaitijd voor jouw regio kent.

Zaaien in rijen

Maak ondiepe geulen of rijen met een tussenruimte van ongeveer 30 cm. Houd rekening met de grootte van de wortels die je wilt telen en zorg voor voldoende ruimte tussen de rijen.

Zaaien en dunnen

Zaai de zaden voorzichtig en bedek ze met een dun laagje aarde. Wortelzaden zijn klein, dus zaaien kan een uitdaging zijn. Overweeg het mengen van de zaden met droog zand om het zaaien gelijkmatiger te maken. Als de zaailingen opkomen, dun ze dan uit, zodat er 5-7 cm ruimte tussen de planten overblijft.

Regelmatig water geven

Zorg ervoor dat de grond vochtig blijft tijdens het ontkiemen en gedurende het groeiseizoen. Te veel water kan leiden tot rotten, dus het is belangrijk om een goed evenwicht te vinden.

Mulchlaag

Leg een laag mulch rond de wortelplanten om vocht vast te houden, onkruidgroei te verminderen en de grondtemperatuur te reguleren. Daarnaast bescherm je jonge wortels tegen insecten en plagen door gebruik te maken van insectennetten of natuurlijke afweermiddelen, zoals knoflookspray.

Bewaar je oogst

Na de oogst kun je wortels het beste schoonmaken en in een koele, vochtige omgeving bewaren om hun versheid te behouden. Vermijd daarnaast het telen van wortels op dezelfde plek in opeenvolgende jaren. Rotatie van gewassen voorkomt bodemuitputting en vermindert het risico op ziektes.