Het witlof-ras ‘Hollandse Middelvroeg’ is vooral geschikt voor de traditionele teelt: trekken met dekgrond.
De witlofteelt bestaat uit twee stappen. Stap 1: Je begint met de teelt van de penwortel (zaaien in mei, oogsten in de maanden oktober tot en met december). Stap 2: het trekken van de witlof.
Stap 1: penwortels telen
De teelt van de wortels/pennen moet plaatsvinden op onbemeste grond. Zaaien in mei op een rijafstand van 35 cm, later uitdunnen op 12 cm. Het zaad moet ondiep gezaaid worden. Eind oktober, november en december kunnen de wortels worden gerooid. Het loof net boven het groeipunt, ongeveer 3 cm boven de wortelhals, afsnijden (kan ook met de schop).
Stap 2: witlof trekken
Belangrijk bij het trekken is dat de groei niet te snel verloopt en dat de grond waarin de wortels worden gezet, arm is, dus weinig stikstof bevat. Het trekken kan in een kuil buiten, onder plat gas of kas en zelfs in een koele kelder (in een krat of emmer). De wortels bij elkaar rechtop of iets schuin in de grond plaatsen, de bovenkant net boven maaiveld. Vervolgens afdekken met een losse laag grond van ongeveer 15 cm. Zodra matige vorst verwacht wordt de kuil afdekken. Aan het eind van de winter zijn de kroppen voldoende groot. Vanzelfsprekend zijn de kroppen op een warmere plaats sneller goed.